Lucassen Reinier
geboren 16 april 1939, Amsterdam
Beeldend kunstenaar sinds 1960
Essay Intermezzo.
Het enige wezenlijke kapitaal is creativiteit. Een uitspraak gedaan door Joseph Beuys. Maar al te weinig of niet begrepen. Creativiteit, basis voor het ontstaan van de kunsten, waarbij beeldende kunst voor een gering deel is ondergebracht in bolwerken voor het behoud hiervan. Bolwerken voor enig noodzakelijk tegengewicht of evenwicht ten opzichte van de dominerende aanwezigheid van de alledaagse of populistische cultuur: de onderkant van de democratie. Verklaring hiervoor de openheid en flexibiliteit van het politiek-democratisch systeem. Biedt hiermee plaats voor de kapitalistische geloofsovertuiging in het algemeen. Maar ook het recht op vrijheid van meningsuiting. Wat bepalend kan zijn voor een eventuele verandering zo niet een verbetering. Binnen geen enkel ander politiek systeem aanwezig is of bestaat. Desondanks het politiek-democratisch systeem is zeker niet perfect, maar wel het beste tot nu toe, of het minst slechte. Kunsttempels zoals al bekend en benoemd in de oudheid, bijvoorbeeld in de antieke Griekse beschaving. Daartegenover hedendaagse – kunsttempels – musea al geruime tijd belaagd, zeker in Nederland, in het voortbestaan door en vanuit benepen ideeën en schijnargumenten doordrongen van populisme. Elitair of niet aangepast aan de behoefte van het volk, te hoge drempels, moet drempelverlagend worden voor eenieder binnen bereik Kan hierbij toevoegen, zelfs voor politieke machtshebbers. Hierbij een geringe hoop dat dit niet een wereldwijd verspreid idee is. Lage drempels alsof daarvan niet meer dan genoeg aanwezig zijn. Men op zijn hoede is of moet zijn niet te struikelen over de drempelloze overvloed aan amusement en sportevenementen. Los gezien van de dagelijkse lawines van tv-vermaak. Dat betekent dat kunstmusea kunnen verdwijnen of op zijn minst moeten inkrimpen iedere keer opnieuw. Voor velen – zeker vanuit overheid en politici – kennelijk niet meer zijn dan opslagplaatsen van oude rommel of moderne en eigentijdse onzin. Betekent op geen financiële steun hoeven rekenen, zijn toch al subsidie verslindende obstakels. Alleen van belang voor een elitaire klasse zoals dat wordt gezien. Moeten niet klagen, horen tenslotte niet tot een gediscrimineerde minderheid. Dit uiteindelijk met een allesomvattende rechtvaardiging de ultieme troefkaart, musea zijn een verliespost niet winstgevend, economisch gezien van geen enkele betekenis of belang. Is het niet zo, het enige van waarde is geld. Geen money, dit gezien vanuit een bewustzijns vernauwde visie, vanuit een breder perspectief beoordeeld is het een vraag of dit economisch gezien van geen enkel belang of betekenis is. Niet het moment om daar dieper op in te gaan mogelijk in een ander hoofdstuk. Hoe dan ook er heerst in het algemeen het idee, pretparken zijn de toekomst. Enige bescheiden tegenargumenten zijn dan ook niet misplaatst als reactie op deze wijdverspreide mistige overtuigingen. In de eerste plaats getuigen deze genoemde ideetjes van een geringe algemene ontwikkeling. Wetenschappelijk gezien spreekt men over de moderne mens vanaf de periode dat het denkvermogen zich onttrok en uitsteeg boven het niveau van uitsluitend in dienst staan van leven, wat wil zeggen overleven als jager en voedselverzamelaar. In tijd gezien uniek moment van overgang van basis denken, beheerst door drang en instinct voor overleven is gelijk aan leven naar een complex en abstract in symbolen kunnen denken en zich vragen kon stellen en ideeën ontwikkelen. Hiermee zich creatief kon uiten, onder andere in beeldende kunst. De geboorte van de moderne mens. Ondanks dit gegeven zijn er nogal wat mensen die beweren kunst is een hobbyproduct en kunstenaars linkse hobbyisten. Dan te bedenken dat het fenomeen beeldende kunst veertig- tot vijftigduizend jaar aanwezig is. Hiermee kan men niet ontkennen al vroeg in tijd actief deze linkse rakkers, wie had dat gedacht. Meer dan waarschijnlijk zo niet zeker bij een groot deel van deze anti kunst -aanhangers het morsige idee leeft, beeldende kunst of kunst in het algemeen is overbodig. Niet te ontkennen zeker bij politici ingegeven en gevoed wordt door uitsluitend denken vanuit hun portemonnee waarbij alles in dienst staat van economie en economische groei. Daarnaast ook bepaald door korte termijn denken, dat niet verder reikt dan de volgende verkiezingen, de kiezer. Nogmaals blijkt alles van waarde is money, bergen geld. Wat leeft onder velen, met als klassiek voorbeeld Dagobert Duck. Niet te vermijden te wijzen op soortgelijke overtuigingen als vaststaand gegeven in het recente verleden zoals de boodschap uitgedragen door Adolf H. Alle kunst ontstaan ongeveer in de periode van zijn leven en heerschappij werd een stapje verder dan alleen maar links, als ontaard beschouwd, ontaarde kunst. Werd verboden en vernietigd en kunstenaars op de vlucht. Een uitzondering aanwezig, kunstwerken met een in geld uitgedrukte waarde bracht men naar kunstveilingen. Want ook ontaarding kent haar grenzen zeker wanneer het gaat om geld. Nu het moment voor een voorlopige slotconclusie als verklaring voor wat er mis is, in de westerse wereld heerst, zeker in een land gevormd op basis van molens, klompen en kruideniers. Daarbij ook nog als verankerd op de keerzijde of onderkant van de democratie. De alledaagse populistische cultuur is uitgegroeid, vormt een zwaartepunt en gigantische macht binnen de democratie. Hiermee een hecht collectief vormend waar geen plaats is voor individualisme en het individu. Daarmee verbonden, kunstenaars vormen een persoonlijk vaak afwijkend wereldbeeld die vorm krijgt in klank, woord of beeld en daarmee een ultieme vorm van vrijheid van meningsuiting. In het algemeen niet direct herkend wordt en uiteindelijk voorbehouden voor een relatief gezien geringe groep, die kunstwerken kunnen ervaren als betekenisvol en waar. Een waarheid zonder theoretisch bewijs. Ander essentieel aspect binnen beeldende kunst is dat het niet zichtbaar maakt zoals de werkelijkheid zich ogenschijnlijk toont, slinks verborgen onder een technicolor donzen deken, de schone schijn, maar zoals de wereld en werkelijkheid is, of juist tegenovergesteld, zoals ze zou moeten zijn, utopie. Niet te vergeten, ander punt het beeld vormt de essentie en basis voor de ontwikkeling van de geschreven taal. Stel je voor een wereld zonder geschreven en te lezen taal. Zou er nog beroerder aan toe zijn dan zoals het zich tot nu toe ontwikkeldheeft. Helaas de prehistorische mens nog steeds aanwezig openlijk niet verborgen, beweegt zich tussen de moderne mens. Niet bewust van belang en betekenis van creativiteit, fundament voor en van alle bestaande expressievormen, de kunsten. Veelal verbonden in het verleden met religie en mythe. Basis voor wat men beschaving en cultuur noemt ontwikkeld door wat wetenschappelijk benoemd wordt, de moderne mens. Recenter in tijd het laatste – Christelijk geloof -, geen rol van betekenis meer speelt binnen de kunsten, min of meer uitgedoofd als een nachtkaars. De aanwezige prehistorische mens nog actief in het voetspoor van de verre voorouders hiermee voornamelijk voedselverzamelaar en jager – op geld – om zich daarmee te voorzien van het liefst bergen voedsel en een geriefelijk ingericht hol. Anders dan in een ver en grijs verleden zich bijna uitsluitend bezighoudt met overvloedig consumeren van amusement en sport en spel, plastic emmers vol om de verveling te verdrijven en als het even kan verzamelen van luxe en status gevende objecten van uiteenlopende aard als het maar blinkt en schittert. Op zich tot op zekere hoogte een niet ernstig te nemen verschijnsel, zelfs niet wanneer men uitsluitend hierop gericht is zoals bij een meerderheid het geval is en zeker altijd zo geweest is. Dit zien als levensdoel en zingeving bevestigd; door het idee of geloof de enige vorm van vooruitgang is economische groei en winst tot in het oneindige, rijk worden. Men kan hierbij stellen iedereen is vrij om voor wat dan ook te kiezen of te geloven, zelfs in goden of een enige god niet uitgezonderd. Niet te ontkennen, niet de gehele mensheid is toebedeeld met dezelfde of gelijke talenten. Waarbij gezegd moet worden dat dit bepaald wordt door toeval, toeval een van weinige zekerheden. Een voorbeeld hiervan tussen vele andere, zij die bevoorrecht zijn wil zeggen afgesteld op de juiste hoogte en golflengte voor ervaren en beleven van hoge cultuurvormen, de kunsten. Men kan en zal hierbij ongetwijfeld opmerken dat dit geldt voor een gering in aantal mensen, dus elitair wat dit verder dan ook mag betekenen. Maar niet wegneemt wereldwijd een niet te negeren groep. Overigens geldt dat ook voor wetenschap. Voor het merendeel van de mensheid is wiskunde op wetenschappelijk niveau duister, een niet op te lossen raadsel. Uiteraard ook het geval bij bijna elke vorm van wetenschapsbeoefening voor de massa niet te begrijpen. Zoals al op gewezen, het kritieke punt is dat de hoge cultuurvormen regelmatig beschouwd worden als overbodig van geen belang of betekenis. Hiermee kan men veronderstellen, een risico ontstaat men achteloos het kind met het badwater wegspoelt, terug naar af. Bij wijze van spreken terugkeert of valt op het niveau van de primitieve of prehistorische mens en holbewoner. Bezorgd worden hierover is misplaatst want ook dan omringd door luxe, rijkdom en technicolor naar het lijkt, niet zal verdwijnen. De desinteresse voor het gebied van de kunsten is voor een deel te verklaren door het niet meer direct verbonden zijn met religie of mythe die goed beschouwd in intentie gelijk zijn aan elkaar, één en hetzelfde. Hiermee geen maatschappelijk belang meer dient zoals voorheen kerk en staat een eenheid vormden. Religie – het verhaal – zorgde voor een opening of ingang waarmee de kunsten in het algemeen toegankelijker konden worden en gewaardeerd. Waarschijnlijk niet uitgesloten men veronderstelde of dacht dat men met de kennis van het verhaal een kunstwerk op zich begreep. Gebaseerd op dat misverstand zelfs een vorm van ontroerd zijn niet onbekend was en ook nu nog aanwezig is. Gaat zo ver dat mensen devoot gebogen en huilend religieuze kunstwerken op basis van de voorstelling kussen en bevingeren wat op zijn minst kon of kan inspirerend werken. Voor een deugdzaam, zondevrij en onderdanig leven met driemaal daags op de knieën. Mogelijk zo niet zeker er altijd mensen geweest zijn die om het eenvoudig te benoemen bekend waren met de esthetische beleving van kunstwerken in welke vorm dan ook. Dat betekent goedbeschouwd van een andere orde dan alleen geraakt zijn door het bijhorend verhaal. Maar een kunstwerk op zich kunnen ervaren als betekenisvol, een kleine openbaring. Bijvoorbeeld betekenis geven aan het totaal van de wereld waar zin ver te zoeken is. Het verhaal religieus of mythisch een tweede plaats inneemt of nauwelijks of niet van belang is. Bekend is geldt zeker in de westerse wereld dat de kunsten vanaf een bepaald moment autonoom zijn. Duidelijk deze grens is bepaald vanaf het begin van de moderne kunst waar religie plaatsmaakt voor de mogelijkheid van min of meer filosofische uitgangspunten, filosofie een rol kan hebben. Zo ver religie nog wel aanwezig dan indirect op een abstract niveau wil zeggen zonder dwingend vaststaande religieuze regels en bol en hol gepreek. Mijn uiteenzetting wat betreft beeldende kunst en kunst in het algemeen wat voorwaarde is voor betekenis ervaren en beleving is tot stand gekomen via zijpaden en omwegen. Helaas de methode van de omtrekkende beweging het is niet anders. Daartegenover staat de uitspraak door Jorge Luis Borges meer dan bondig zelfs in een enkele zin mijn betoog briljant samengevat, de kern:
“Begrijpen is herkennen, herkennen is begrijpen.”
De kern uiteraard vanzelfsprekend gezien in relatie met en beperkt tot het gebied van de kunsten. Gangbaar is geldt voor de kunst in het algemeen dat het wel of niet waarderen zou berusten op de idee als zou het gaan om smaken verschillen. Misverstand en klinkklare onzin op gemakzuchtige wijze betekenis van de kunsten te nivelleren of te ontkennen. Gelijk aan als wat stof onder het vloerkleed vegen, meer dan dat is het niet. Hoewel toegegeven een geslaagd en echt kunstwerk hoe dan ook altijd mooi is, geen paradox. Wat het thema of onderwerp ook is, dramatisch, onthullend of beklemmend zo niet angstaanjagend. Een voorbeeld hiervan tussen vele anderen, de schreeuw van Munch. Mooi, maar dan wel gezien in zin – van het enigszins beladen begrip – schoonheid, niet terug te brengen tot de kreet smaken verschillen. Smaken verschillen berust op en betekent het wel of niet mooi vinden van welk willekeurig object van wat dan ook. Kan zelfs een kunstwerk zijn, maar ook een beha of een fiets. Geldt ook voor de natuur in al haar verschijningsvormen. Voorwaarde zoals gezegd voor beleving van kunst is: “Begrijpen is herkennen, herkennen is begrijpen”. Niet onbekend is waar voorwaarde voor kunstbeleving ontbreekt dit kan leiden tot agressieve en negatieve kritiek zonder enig zinnig argument of tot banale lachlust, uitingen en gevoelens van onbehagen mogelijk angst niet uitgesloten. Om misverstanden te voorkomen mijn aantekeningen over betekenisvolle kunst niet van toepassing zijn op de wel of niet ijverig gemaakte producten door de royale aanwezigheid van beroepskunstenaars. Ik ben opgeleid tot kunstenaar? Werk wat in regel gebaseerd is op vraag en aanbod. Hiermee in de eerste plaats afhankelijk van wat er op een bepaald moment verwacht wordt ,men in de samenleving van belang acht, maatschappelijk relevant en of politiek correct zoals dat wordt genoemd. Voor iedereen die niet beeldend slechtziend is moeiteloos te herkennen want hier geldt als criterium vrijblijvendheid en open deuren zijn onze kracht, gecombineerd met beeldend onvermogen. Daarnaast niet uniek in een stijlvorm of meer nog in een morsig aftreksel dat herinnert aan het laat negentiende-eeuwse academisme, terug naar af. Desondanks door velen juichend begroet waaronder nogal wat mensen die gelden als kunstkenners en met deze vergissing een voorhoede vormen, de hedendaagse avant-garde als afgang. Het moet gezegd amateurisme heeft de toekomst. Genoeg, stop, stop hiermee, men ook nu niet begrijpt wat ik bedoel opnieuw kan leiden tot misverstanden. Heb zo nu en dan opgevangen in de marge als zou ik een humorist zijn. Vreselijk, iets wat ik echt niet ambieer. Erger kan het niet en wel om reden dat humor kan de genadeklap kan zijn voor de ander. Zoals om maar iets aan te geven, op humoristische wijze de aandacht vestigen op een aanzienlijk deel van kranten- en andere mediakunstcritici die uitblinken in gering tot geen enkel inzicht en kennis binnen hun vakgebied, daarnaast bijna als voorwaarde beeldend slechtzienden. Maar desondanks gezien worden als kunstautoriteiten en specialisten. Hetzelfde verhaal is van toepassing op nogal wat kunstcommissieleden voor toekennen van werkbeurzen of kunstprijzen voor grote talenten. Kortom vormt een treurige kluwen van middelmatigheid. Als rechtvaardiging hiervoor wijs ik op middelmaat kiest bij voorkeur middelmaat. Laat buiten beschouwing het officiële kunstcircuit, onder andere de musea enzovoort.
Maar zeker velen zijn al bekeerd tot politiek correct als criterium en is kwaliteitsnorm voor en in kunst. Een niet te overzien misverstand. Hebben niet begrepen wat zin en betekenis is van beeldende kunst en kunst in het algemeen. Opnieuw stop, voor enige veiligheid, mijn veiligheid. Duidelijk wordt hiermee het beter is me niet meer uit te spreken over wat ik zo nu en dan vind, mijn bescheiden mening. De oplossing hiervoor is dat ik mij zelfcensuur opleg, weg met de vrijheid van meningsuiting. Die nu toch al discutabel is. Het ergste voorbeeld hiervan is ….. beter daar niet op te wijzen, te zwijgen.
De idee staat boven de waarneming zoals ook werkelijkheid verbeelding altijd interessanter is dan de werkelijkheid.
Uit: Symmetrie &. Prozagedichten en essays
Uitgegeven februari 2023 door Willem Baars Projects.